STATUTEN - sportclub groningen

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu

STATUTEN

STATUTEN

STATUTEN


Artikel 1.

In deze statuten wordt verstaan onder:

1. de vereniging: de hierna in artikel 2 bedoelde vereniging "Sportclub Groningen";
2. het bestuur: het bestuur van de vereniging;
3. afdeling: de nietrechtspersoonlijkheid bezittende afdeling van de vereniging die zich in het bijzonder bezighoudt met een bepaalde tak van sport;
4. afdelingsbestuur: het bestuur van een afdeling;
5. algemene vergadering: de algemene ledenvergadering van de vereniging;
6. afdelingsvergadering: de vergadering van de leden van een afdeling.
NAAM, ZETEL, DUUR EN DOEL naar boven

Artikel 2.

De vereniging is genaamd: "Sportclub Groningen" en is gevestigd te Groningen. De vereniging, vroeger genaamd: Dames Gymnastiek Vereniging "Brunhilde" (D.G.V. Brunhilde) en opgericht op drie maart negentienhonderd vijf en twintig, is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 3.

De vereniging stelt zich ten doel het beoefenen en bevorderen van de sport in het algemeen. Zij kent daartoe afdelingen ten behoeve van iedere binnen de vereniging beoefende tak van sport. De vereniging tracht haar doel te verwezenlijken door het houden van oefeningen en vergaderingen, het deelnemen aan wedstrijden en demonstraties en door alle andere wettige middelen die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.
De afdelingen zijn geen rechtspersonen in de zin van de wet.

Artikel 4.

De vereniging kent:
a. Ereleden;
b. Leden van verdienste;
c. Gewone leden;
d. Aspirant-leden;
e. Donateurs.
Alleen ereleden, leden van verdienste en gewone leden zijn leden in de zin van de wet. De tot de overige categorieën behorende leden hebben uitsluitend de rechten die hun bij of krachtens deze statuten zijn toegekend.

Artikel 5.

Ereleden kunnen zijn zij, die zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Leden van verdienste kunnen zijn zij, die zich jegens de vereniging op het gebied van de sportbeoefening of anderszins verdienstelijk hebben gemaakt. Zowel de ereleden als de leden van verdienste zijn vrijgesteld van de verplichting tot betaling van contributies en andere heffingen.
Gewone leden kunnen zijn zij, die als zodanig in het ledenregister van de vereniging staan ingeschreven en de leeftijd van zestien jaren hebben bereikt.
Aspirant-leden kunnen zijn zij, die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen en die als zodanig in het ledenregister van de vereniging staan ingeschreven in de leeftijdsgroep tot zestien jaar.
Donateurs zijn zij, die de vereniging periodiek geldelijk steunen.

Artikel 6.

Ereleden en leden van verdienste hebben dezelfde rechten en verplichtingen als de gewone leden, voor zover in deze statuten niet anders is bepaald.
Aspirant-leden hebben, behalve de overige rechten en verplichtingen die hun bij of krachtens deze statuten worden toegekend, het recht tot het deelnemen aan oefeningen en, indien daartoe gekozen, aan oefenwedstrijden en wedstrijden.
Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die hun bij of krachtens deze statuten zijn toegekend en opgelegd.

Artikel 7.

Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden, aspirant-leden en donateurs naar aanleiding van een daartoe ingediende aanmelding bij de secretaris.
Bij niet toelating door het bestuur staat de betrokkene na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit tot afwijzing beroep open op de eerstkomende algemene vergadering die alsnog tot toelating kan besluiten.

Artikel 8.

Door toetreding verklaren de leden zich akkoord met de doelstellingen der vereniging, haar statuten, reglementen en principes en verklaren zij zich bereid de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen na te komen.

Artikel 9.

Ereleden of leden van verdienste kunnen als zodanig op voorstel van het bestuur of van tenminste tien stemgerechtigde leden door de algemene vergadering met minstens twee derden der geldig uitgebrachte stemmen worden benoemd.

Artikel 10.

Als donateurs kunnen worden toegelaten zij, die het bestuur te kennen hebben gegeven de vereniging periodiek te willen steunen met een geldelijke bijdrage tot tenminste het daarvoor door de algemene vergadering vastgestelde minimumbedrag.

Artikel 11.

1. Het lidmaatschap eindigt:

a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging van het lid;
c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijze van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door royering door het bestuur. De royering kan worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter het lidmaatschap kan onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot royering staat de betrokkene binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Artikel 12.

In de gevallen genoemd in artikel 11 lid 1 onder d, kan het bestuur een lid als zodanig schorsen voor ten hoogste drie maanden, indien het bestuur niet voldoende termen aanwezig acht om tot royering te besluiten. Het betrokken lid wordt bij aangetekend schrijven van de schorsing in kennis gesteld.

Artikel 13.

De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit contributies, heffingen en andere bijdragen der leden, aspirant-leden en donateurs, bijdragen van sponsoren, erfstellingen, legaten, en overige baten.

Artikel 14.

2. De contributies der leden en aspirant-leden, alsmede de heffingen en andere bijdragen en de minimumbijdragen der donateurs worden vastgesteld door de algemene vergadering. De betrokkenen kunnen door het bestuur in verschillende categorieën worden ingedeeld die verschillende bijdragen betalen. De contributies en andere bijdragen worden vastgesteld en geheven over nader vast te stellen periodes. De leden en aspirant-leden betalen bij toetreding tot de vereniging de noodzakelijke administratiekosten; zij ontvangen een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement.
3. Sponsoren zijn:

a. zij die de vereniging steunen door regelmatig in overleg met het bestuur vast te stellen bijdragen aan de vereniging ten goede te doen komen en als zodanig door hem zijn toegelaten.
b. niet bevoegd aan door of onder auspiciën van de vereniging georganiseerde activiteiten deel te nemen en zij kunnen geen aanspraak maken op enige tegenprestatie van de vereniging anders dan de bevoegdheid om, op in overleg met het bestuur vast te stellen wijze, reclame te voeren bij gelegenheid of door middel van verenigingsactiviteiten.

4. Het bestuur kan aan een afdeling de bevoegdheid toekennen sponsoren toe te laten wier bijdragen uitsluitend aan de betreffende afdeling toekomen. In deze situatie kan het bestuur tevens toestaan dat de in lid 2 bedoelde reclame uitsluitend wordt gevoerd bij gelegenheid of door middel van afdelingsactiviteiten.

Artikel 15.

De algemene leiding van de vereniging berust bij het bestuur, dat bestaat uit:
a. tenminste drie personen, te weten een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, in functie rechtstreeks gekozen door de algemene vergadering uit de leden. Deze personen moeten meerderjarig zijn;
b. afgevaardigden der afdelingsbesturen, en wel van elk afdelingsbestuur een lid, dat daartoe is aangewezen door de betreffende afdelingsvergadering conform artikel 20 lid 2.

Artikel 16.

1. Elk bestuurslid kan, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster. De aftredenden zijn terstond herkiesbaar.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging en door bedanken.
3. De in artikel 15 sub b bedoelde bestuursleden verliezen de kwaliteit van bestuurslid van de vereniging indien en zodra zij geen deel meer uitmaken van het betreffende afdelingsbestuur.
4. Is een afdelingsafgevaardigde in het afdelingsbestuur geschorst, dan is hij tevens als bestuurslid van de vereniging geschorst.

Artikel 17.

1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Bij ontstentenis van één of meer bestuursleden blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk in tussentijdse vacatures te voorzien.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door:

a. deze te delegeren aan een afdelingsbestuur;
b. door hem te benoemen commissies.

4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden een beroep worden gedaan.
5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:

a. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen die de som of waarde van een door de algemene vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan;
b. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen;
c. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
d. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
e. het aangaan van dadingen;
f. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
g. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.

6. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging vertegenwoordigd:

a. hetzij door het bestuur;
b. hetzij door de voorzitter;
c. hetzij door twee andere gezamenlijk handelende bestuursleden.

Artikel 18.

Het bestuur is voor zijn beleid aan de algemene vergadering verantwoording schuldig.

Artikel 19.

De personen, als bedoeld in artikel 4 sub a, b, c en d worden ingeschreven in het ledenregister van de vereniging en voorts in het ledenregister van de afdeling waarbij zij zijn ingedeeld.

Artikel 20.

1. Iedere afdeling kent een afdelingsbestuur bestaande uit tenminste drie leden, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De leden van het afdelingbestuur worden in functie gekozen.
2. Een van de leden van het afdelingsbestuur wordt afgevaardigd om zitting te nemen in het bestuur van de vereniging. Bij de verkiezing der afdelingsbestuursleden wordt bepaald wie dit zal zijn.
3. De leden van het afdelingsbestuur worden gekozen door en uit de tot de afdeling behorende leden tijdens de afdelingsvergadering. Tenminste één lid van elk afdelingsbestuur moet meerderjarig zijn.

Artikel 21.

Op de door de afdelingsvergadering rechtstreeks gekozen afdelingsbestuursleden is het bepaalde in artikel 16 met betrekking tot schorsing, aftreden, herkiesbaarheid en verder eindigen van het bestuurslidmaatschap mutatis mutandis van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22.

Het afdelingsbestuur behartigt de zaken der afdeling, zoals gesteld in het huishoudelijk reglement. Het is voor zijn beleid verantwoording schuldig aan het bestuur van de vereniging, de afdelingsvergadering en de algemene vergadering. Bij het huishoudelijk reglement kunnen nadere regels worden gesteld, omtrent de bevoegdheden van de afdelingsbesturen en de gang van zaken binnen de afdelingen.

Artikel 23.

Het verenigingsjaar loopt van één juli tot en met dertig juni.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur en beleid.
Volgens een door het bestuur vast te stellen rooster zorgt één der afdelingsbesturen voor een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur of van een afdelingsbestuur.
De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en van de afdelingsbesturen en brengt op de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
De gemelde regeling omtrent de instelling vaneen commissie tot onderzoek als vermeld is niet van toepassing indien op voorstel van het bestuur de algemene vergadering een accountant benoemt met de opdracht de rekening en verantwoording van het bestuur en van de afdelingsbesturen te controleren en daarover rapport uit te brengen.
Het bestuur is verplicht de hierboven vermelde bescheiden tien jaar lang te bewaren.

Artikel 24.

De vereniging kent de volgende vergaderingen:

a. algemene vergaderingen;
b. bestuursvergaderingen;
c. afdelingsvergaderingen;
d. bestuursvergaderingen van een afdeling;
e. overige vergaderingen.

Ieder jaar wordt tenminste één algemene vergadering en per afdeling tenminste één afdelingsvergadering gehouden.
De algemene vergadering moet worden gehouden tussen één september en één oktober, de afdelingsvergadering tussen één mei en één juli.
Bestuursvergadering of overige vergaderingen worden gehouden zo dikwijls de betreffende besturen dat nodig oordelen.

Artikel 25.

De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur door middel van een publicatie in het clubblad of een schriftelijke oproeping aan de adressen van de leden.
De termijn van oproeping bedraagt tenminste vier weken.

Artikel 26.

Het bestuur is tot het bijeenroepen van een algemene vergadering verplicht op schriftelijk verzoek van een afdelingsbestuur of van een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering en wel op een termijn van niet langer dan vier weken.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 25 of bij een advertentie in tenminste één ter plaatse waar de vereniging is gevestigd veel gelezen dagblad.

Artikel 27.

Op de jaarlijkse algemene vergadering bedoeld in artikel 24 komen onder meer op de agenda:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 23 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 23 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c. de begroting voor het volgende jaar;
d. voorziening in eventuele vacatures.

Artikel 28.

De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend.

Artikel 29.

Op de afdelingsvergaderingen is mutatis mutandis van overeenkomstige toepassing hetgeen hiervoor is bepaald omtrent de algemene vergaderingen.
Op de agenda komt hier nog de benoeming van het afdelingsbestuurslid, dat naar het bestuur van de vereniging wordt afgevaardigd.

Artikel 30.

Tenzij in de statuten of het huishoudelijk reglement een gekwalificeerde meerderheid is vereist, worden besluiten in een algemene vergadering of een afdelingsvergadering genomen met een gewone meerderheid van stemmen. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Onder stemmen worden verstaan geldig uitgebrachte stemmen. Van onwaarde zijn stembriefjes die oningevuld, onduidelijk ingevuld of ondertekend zijn, danwel meer of minder stemmen bevatten dan nodig zijn.
Bij schriftelijke stemmingen benoemt de voorzitter een stembureau bestaande uit drie der aanwezige leden, dat zorgt voor de uitreiking, inneming en telling der uitgebrachte stembriefjes. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee personen die het grootste aantal uitgebrachte stemmen hebben gekregen en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken beslist het lot.

Artikel 31.

Er kan een huishoudelijk reglement worden vastgesteld door de algemene vergadering. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

Artikel 32.

In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee derden van de uitgebrachte geldige stemmen. De wijziging treedt eerst in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bestuur bevoegd.

Artikel 33.

De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar ontbinding zal worden voorgesteld. Het besluit moet worden genomen met een meerderheid van tenminste twee derden van de uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarin tenminste de helft van de leden aanwezig is. Is in die vergadering niet het vereiste aantal leden aanwezig, dan zal een tweede vergadering worden gehouden en bijeengeroepen uiterlijk zes weken daarna, waarin een besluit kan worden genomen met voormelde meerderheid, ongeacht het aantal aanwezig leden. Het batig saldo na vereffening vervalt aan een goed doel nader te bepalen bij het besluit tot ontbinding.


 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu